Vorige keer had ik het reeds over de Great Ocean Road. Onze tour was na één dag echter nog niet gedaan. De volgende dag zouden we namelijk naar Phillip Island trekken!
Nadeel van een kamer met meerdere mensen te delen? Geschreeuw, gesnurk, gebrabbel, lichtsabels die aangaan op de tune van Star Wars-muziek, etc.. Daarenboven werden we uit gewoonte weer vroeg wakker. Toch probeerde ik koppig vol te houden en heb ik me nog een paar keer kunnen omdraaien. Rond 9.30u opgestaan, ontbeten en dan nog snel een marktje in de buurt gaan verkennen voor we onze tocht weer verder zouden zetten.
We verlieten de Great Ocean Road en passeerden mooie kustplaatsen als Barwon Heads en Ocean Grove. Nadien namen we de ferry van Queenscliff naar Sorrento (jawel, de plek waar Eva’s hostparents een beach house hebben.) Hierdoor gingen we dus van het ene uiterste punt van de baai van Melbourne naar het andere uiterste punt van de baai. Het was een heel gedoe om aan boord te gaan, want even leek het alsof we met de ochtendspits in Gent zaten, of zoals de gids het zei: “Look girls, this is every day stuff for you isn’t it? Just like Amsterdam!” Een hoop fietsers onderweg tijdens hun race genaamd ‘Bupa Around the Bay‘. Het leek wel eeuwen te duren vooraleer al deze fietsen (+fietsers) aan boord waren. Opnieuw werd er gezegd dat we misschien kans hadden op dolfijnen en zeehonden spotten, maar helaas pindakaas, niets gezien!
Eenmaal aan de andere kant trokken we naar MARU, een wildlife park. Aangenaam was dat dit een klein parkje was waardoor we heel dicht bij de dieren konden komen. Ik kan dan ook eindelijk zeggen dat ik in Australië geweest ben nu er een kangoeroe uit m’n hand gegeten heeft.
Al moet het gezegd, deze mama kangoeroe was echt lief! Ik was dan ook ontzettend blij dat het grote Alpha-mannetje neerlag en niet recht stond. Hij werd dan ook het liefst al liggend gevoerd!
Ook bij de koala’s konden we vrij dicht komen. Voor een extra $18 kon je een koala voederen, vasthouden en mee op de foto gaan. Er zijn echter andere plaatsen waar dit gewoonweg gratis kan en bovendien was ik al erg blij om enkele koala’s in close-up te kunnen zien. Een koala slaapt gemiddeld 20u per dag, eet gemiddeld 4u per dag en zal steeds proberen om geen energie te verspillen. Toch had ik het geluk om een koala van de ene boom naar de andere boom te zien kruipen/lopen! Ook andere typische Australische dieren zoals Wombats, Emu’s en Tasmanian Devils waren in het park te vinden.
Na het wildlife park gingen we eindelijk de brug over die ons op Phillip Island bracht. Eerst en vooral volgde een wandeling in de buurt van het ‘Swan Lake’, het enige zoetwatermeer op Phillip Island. Het duurde niet lang of we beseften vanwaar de naam ‘Swan Lake’ kwam. Het meer zat dan ook vol met zwarte zwanen…
Maar er waren ook andere dieren in de buurt. Dankzij het goede oog van onze gids konden we hier en daar ook een walibi zien opzij springen. Zoek de walibi in onderstaande foto:
Hierna trokken we weer wat verder met als volgende stop Woolamai Beach. Ondanks dat we in de verte onweersbuien konden zien naderen en er een beetje een gure sfeer op dit strand heerste door de laaghangende mist, was het nog steeds prachtig om er te lopen. Vooral de golven die hoog en wild tekeer gingen was mooi om te zien.
In principe zit er in deze trip ook altijd een stop bij de Moto Grand Prix Track. Het moest natuurlijk lukken dat er net dat weekend een grote GP aan de gang was! Het was niet mogelijk om de track te bezoeken. Niet dat we daardoor veel misten want onderweg naar de volgende stop passeerden ons wel duizenden moto’s die net na het einde van de race onderweg naar huis waren. Ook dit was dus best de moeite waard om te aanschouwen!
De volgende stop? The Nobbies! Via een mooie ‘boardwalk’ loop je langs de zuidelijke kant van het eiland, vlak over ruwe rotsen waar het water hard tegenaan klotst. Geen fan van meeuwen? Dan moet je hier zeker NIET naar toe trekken, zij vliegen namelijk continu over je heen en maken graag hun nestje tussen de rotsen. Hoe hoger de rotsen, hoe groener. Het leek bijna een tapijt! Helaas niet gespot, maar ze zijn er wel: (in kleine gaatjes verscholen in de bergen) de kleine pinguïns. Jammer dat ik daar geen pinguïns gezien heb, maar het uitzicht was voor mij al voldoende om onder de indruk te raken…
Zoals ik reeds in mijn vorige blog had gezegd, zei onze gids dat we onze tour zouden beginnen met het beste (The Twelve Apostles – Great Ocean Road) en dat we zouden eindigen met het op één na beste: The Penguin Parade.
Elke dag trekken honderden pinguïns de zee in, op zoek naar eten. En elke avond komen ze weer huiswaarts. Gezien we tot zonsondergang moesten wachten om dit fenomeen te mogen aanschouwen, trokken we naar een pizzeria in de buurt waar onze gids een hoop dozen pizza bestelde. Niet lang daarna zaten we aan een strand onze pizza te verorberen terwijl we wachtten tot de zon onder ging.
Ik heb pinguïns altijd speciale dieren gevonden, maar echt veel had ik er niet mee. Had deze uitstap niet inbegrepen geweest in de tour, denk ik niet dat ik de moeite had genomen om deze uitstap zelf te maken. Ik had dan ook totaal geen idee wat te verwachten. Onze gids maakte ons al attent op het feit dat het momenteel broedseizoen was voor de pinguïns, waardoor heel wat pinguïns hun nesten dus niet al te gauw zouden verlaten. Als je geluk hebt kan je naar het schijnt duizenden pinguïns het strand zien opkomen, maar het was voor ons dus niet echt zeker hoeveel waggelende beestjes we zouden zien. De pinguïns die aan wal komen op Phillip Island zijn trouwens de kleine pinguïns, met een gemiddelde van slechts 40cm worden ze in Australië ook wel ‘Fairy Penguins’ genoemd. In Nieuw-Zeeland staan ze dan weer gekend als de ‘(Little) Blue Penguins’, vanwege hun blauwe kleur.
“Google picture”
Door wat getreuzel in het aanpalende museum (waar je overigens via luikjes recht in de nestjes van de kleine wezentjes kan kijken en met wat geluk dus een broedende pinguïn kan zien), kwamen we – iets later dan de bedoeling was – aan op de place to be: een gigantische tribune vlak aan het strand. De tribune zat al vrij vol en wij kropen ergens boven tussen de massa.
“Google picture”
Hoewel er enkele spots op het strand gericht waren, kon je bitter weinig zien. Het was dan ook geen felle verlichting, dit zou de pinguïns namelijk kunnen afschrikken. (Ook foto’s nemen was dan ook verboden… Vandaar dan maar enkele foto’s van op het internet geplukt.) Het duurde dan ook best lang vooraleer we wat zagen, maar gelukkig hadden onze kleine vriendjes een wit glimmend buikje dat gereflecteerd werd door het licht. In kleine groepjes kwamen ze uit het water gegleden en waggelenden ze één voor één voorzichtig van de ene kleine rots naar de andere kleine rots. De rotsen (of eerder stenen?) waren pikzwart, waardoor de pinguïns zich hier achter konden verbergen. Steeds opnieuw wachtten ze netjes op elkaar en gingen zo van rots naar rots. Ze hadden het best lastig die avond, gezien het water niet al te ver kwam en ze dus een groot stuk strand te overbruggen hadden. In het begin zag ik er niet al te veel van en vond ik het maar flauw. Maar na een tijdje trokken meer en meer mensen weg, waardoor wij telkens een trapje lager konden zakken op de tribune. Op een bepaald moment was er bijna geen kat meer te zien en zaten we zelfs helemaal vooraan op het strand. Op een paar meter afstand zagen we de pinguïns dichter en dichter bij sluipen. Telkens opnieuw zagen we hetzelfde ritueel: het ene groepje na het andere dat al waggelend – van rots naar rots – onze richting uit kwam. Toen herinnerde ik me ook weer dat onze gids had gezegd dat we de pinguïns naar hun huisje zouden kunnen volgen. Vandaar ook dat er best veel mensen reeds vertrokken waren. Onder onze verhoogde houten paden zagen we de pinguïns het groene gebergte ingaan, op weg naar hun nestje. Sommige groepjes leken te carpoolen, alsof ze elkaar echt naar huis brachten en dan weer verder trokken, naar het volgende nest. Mooi is ook dat we de diertjes in hun eigen echte natuurlijke habitat hebben mogen aanschouwen. Mijn verwachtingen waren vrij laag, maar dit was toch een prachtige ervaring! Ik ben het dan ook volledig eens met de Australische benaming van deze kleine lieverds: Fairy Pinguins, ja, dat waren ze echt!